Regelgeving
Er zijn twee soorten vakantiedagen; wettelijke en bovenwettelijke vakantiedagen.
Wettelijk heeft een werknemer recht op vier keer de overeengekomen arbeidsduur aan verlof. Wanneer de werknemer vijf dagen per week werkt, krijgt hij 20 wettelijke vakantiedagen op jaarbasis.
Maar in de praktijk zien we dat werknemers recht hebben op meer vakantiedagen. Dit is geregeld in de CAO of in de arbeidsovereenkomst. Dit noemen we de bovenwettelijke vakantiedagen.
De wettelijke vakantiedagen vervallen zes maanden na afloop van het kalenderjaar, waarin de dagen zijn opgebouwd. Bijvoorbeeld de resterende wettelijke vakantiedagen over 2020 vervallen op 1 juli 2021. Bovenwettelijke openstaande vakantiedagen vervallen na 5 jaar.
Iedere werknemer, dus ook de arbeidsongeschikte werknemers met re-integratieverplichtingen moeten in principe toestemming aan de werkgever vragen om vrij of op vakantie te mogen.
Wij adviseren werkgevers om bij arbeidsongeschikte werknemers eerst advies in te winnen bij de arbodienst of de bedrijfsarts.
Soms is het mogelijk om ziektedagen aan te merken als vakantiedagen. De wet stelt twee voorwaarden hieraan:
- De afspraak moet schriftelijk vastgesteld zijn in een schriftelijke overeenkomst of met instemming van de werknemer;
- Het mag uitsluitend gaan om de “bovenwettelijke” vakantiedagen.
In sommige cao’s of in de arbeidsovereenkomst is soms bepaald dat er tijdens arbeidsongeschiktheid geen opbouw van de bovenwettelijke vakantiedagen plaatsvindt. Kijk dit dus altijd goed na.
En dan rest nog de vraag wat de loonwaarde is van een tijdens ziekte opgenomen vakantiedag. Dit is interessant als de werknemer niet zijn volledige salaris uitbetaald krijgt (70 %). Ook bij ziekte is de waarde van een vakantiedag 100% ook als is de salarisbetaling bij ziekte teruggevallen naar 70%.
Zijn er vragen over vakantiedagen tijdens ziekte? Wij komen dan graag in contact met jou.